Rechters tussen staat en straat
Groot-van Leeuwen, L. de
Pages: 60 pages
Shipping Weight: 150 gram
Published: 05-2005
Publisher: WLP
Language: NL
ISBN (softcover) : 9789058501127
Product Description
Deze oratie gaat over de relatie van de rechterlijke macht met politiek en bestuur, en de relatie van de rechterlijke macht met de bevolking. Aan de orde komen onder andere de bemoeienis van de rechter met wetgeving, het vertrouwen in de rechterlijke macht, het risico van een populistische revolte tegen de rechterlijke macht en het belang van onderzoek naar de visies van mensen op het rechtssysteem. Een van de conclusies is dat een consequente scheiding tussen rechterlijke macht en politiek en bestuur van veel groter belang is dan vaak wordt aangenomen.
De auteur neemt in deze oratie de lezer mee naar die periferie van het recht, naar de interactie tussen recht en samenleving, waar het recht zijn plaats en inhoud vindt.In Nederland heeft die samenleving de vorm van een democratische rechtsstaat. Deze staatsvorm heeft drie belangrijke kenmerken, namelijk binding van de staat aan het recht, spreiding van de staatsmacht en betrokkenheid van de gehele bevolking bij de collectieve besluitvorming. Deze kenmerken zijn onderling verbonden. Door de spreiding van de staatsmacht, bijvoorbeeld, worden de drie machten gestimuleerd om ieder afzonderlijke te dingen naar draagvlak en vertrouwen, hetgeen de betrokkenheid van de bevolking bevordert. Hierdoor ontstaat het democratisch evenwicht tussen overheidselite en volk, tussen staat en straat.
Professor de Groot van Leeuwen richt zich in deze oratie op de twee laatstgenoemde kenmerken van de democratische rechtsstaat en in het bijzonder – daar het hier om de aanvaarding van een leerstoel rechtspleging gaat – op de rechterlijke macht. Allereerst gaat ze in op de relatie van de rechterlijke macht met de andere twee machten in de staat. Daarna komt de samenstelling van de rechterlijke macht aan de orde; deze is zowel voor de relatie van de rechterlijke macht met politiek en bestuur van belang alsook voor de relatie met de bevolking. Vervolgens verschuift de aandacht naar het vertrouwen en het wantrouwen in het rechtssysteem, die essentieel zijn voor de relatie tussen rechters en bevolking. Rechters tussen staat en straat dus, tussen overheid en bevolking.
Conclusie:... Ik heb uiteengezet dat er door allerlei mechanismen en praktijken bij de rechterlijke macht de vanzelfsprekende neiging bestaat om dicht tegen de mede-juristen in de andere onderdelen van de trias aan te kruipen. Het zou goed zijn om deze neiging te weerstreven en juist veel aandacht te schenken aan de relatie met de bevolking. Elk uur besteed aan samenwerking in de trias kan immers niet besteed worden aan de rechtspraak zelf en, mede langs die weg, aan de relatie met de bevolking. Maar sterker nog, ieder uur besteed aan die samenwerking vormt een risico voor de relatie met de bevolking, omdat samenwerking het wantrouwen voedt. Voor het onderhoud van het vertrouwen in de rechter is het van groot belang dat de rechterlijke macht zich niet zozeer laat leiden door de eigen intuïties en evidenties over wat mensen zien en willen, maar zich baseert op wetenschappelijk inzicht in leefwereld, normen, visies en ervaringen van de bevolking, van wie het merendeel laagopgeleid is.