Buitengerechtelijke afdoening van strafzaken in Nederland en België

€24.95

Preadviezen NVVS 2019
A.Bailleux, A.E. Harteveld, R. Robroek & R.Verstraeten
ISBN softcover: 9789462405424

In hun preadvies gaan Alex Harteveld, advocaat-generaal bij de Hoge Raad en hoogleraar toezicht op strafvorderlijk overheidsoptreden Rijksuniversiteit Groningen, en Rick Robroek, raadadviseur bij het Wetenschappelijk Bureau van het Openbaar Ministerie en universitair docent Rijksuniversiteit Groningen nader in op de Nederlandse buitengerechtelijke afdoening.

Na een historische rondgang komen de specifieke eigenschappen van het voorwaardelijk sepot, de transactie en de strafbeschikking naar geldend recht aan bod. De auteurs kijken daarna vooruit. Ze bespreken het aan banden leggen van het voorwaardelijk sepot en de vragen die het debat over de hoge transactie domineren. De auteurs staan positief tegenover de strafbeschikking. De legitimiteit ervan staat wel onder druk. Om te realiseren dat de strafbeschikking, ook in de toekomst, als legitiem wordt ervaren is volgens de auteurs onderhoud nodig. Daarin hebben naast het Openbaar Ministerie ook de procureur-generaal bij de Hoge Raad en de rechtspraak een rol. Naast dit voortdurend onderhoud worden verschillende organisatorische en juridische aanpassingen bepleit.

Het Belgisch strafprocesrecht staat al lange tijd voor stevige uitdagingen. Een alsmaar toenemend volume aan strafzaken zet het in 1808 uitgedachte systeem stevig onder druk waardoor talrijke problemen zoals de verjaring van de strafvordering, procedurefouten en schendingen van de redelijke termijn zich regelmatig aandienen. De evolutie van het strafprocesrecht leert dat vormen van consensualisme tot op zekere hoogte een remedie kunnen bieden voor de genoemde problemen. Weliswaar blijft de Belgische wetgever niet gespaard van kritiek op de manier waarop hij concreet vorm gaf aan zulke vormen van alternatieve afhandeling van strafzaken, in het bijzonder voor wat de minnelijke schikking en de procedure van voorafgaande erkenning van schuld betreft. Het belangrijkste verwijt daarbij is dat de rechter te veel buitenspel wordt geplaatst en het openbaar ministerie een te grote machtspositie zou verwerven. Huidige bijdrage wil de kritieken schetsen en beoordelen om daarna suggesties te doen over hoe het consensuele systeem op evenwichtige wijze kan bestaan als aanvulling op een klassiek systeem van berechting, in het bijzonder voor wat de rol van de rechter betreft.

 

Buitengerechtelijke afdoening van strafzaken in Nederland en België: Inhoudsopgave