Enige opmerkingen over partijfinanciering
L. Dragstra
Pages: 600 pages
Shipping Weight: 1250 gram
Published: 10-2008
Publisher: WLP
Language: NL
ISBN (softcover) : 9789058503831
Product Description
Politieke partijen hebben reden zich zorgen te maken over hun financiën. Met contributies alleen kunnen hun kosten niet meer gedekt worden. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de partijen op zoek gaan naar nieuwe financieringsbronnen, zowel in de publieke als in de private sector. Deze nieuwe bronnen kunnen echter juridische en rechtspolitieke vragen oproepen.
In de publieke sector zijn overheidssubsidies en andere vormen van overheidssteun te vinden. Welke partijen komen daarvoor in aanmerking? Hoe wordt de subsidie verdeeld en waar mag zij voor worden gebruikt? Mag de overheid eigenlijk wel een partij als de Staatkundig Gereformeerde Partij subsidiëren, nu die partij vrouwen een ongelijke positie binnen de vereniging toekent? Is het terecht dat de Partij voor de Vrijheid geen subsidie krijgt? In de private sector zijn onder meer afdrachten van politieke functionarissen en giften van particulieren, bedrijven en maatschappelijke organisaties te vinden. Maar mag een partij eigenlijk wel van haar volksvertegenwoordigers en bestuurders een extra bijdrage aan de partijkas eisen, zoals onder meer bij de Socialistische Partij gebeurt? Mag een bedrijf anoniem en ongelimiteerd doneren aan Trots op Nederland? Is een gift van 300.000 euro aan de Partij voor de Dieren problematisch?
Hoewel deze vragen actueel zijn, ontbreekt momenteel in de juridische literatuur een overzicht van het geldende recht op het gebied van de financiering van politieke partijen. In die leemte beoogt dit onderzoek te voorzien. Het Nederlandse recht wordt systematisch beschreven, geanalyseerd en beoor-deeld. Tevens wordt een vergelijking getrokken met het Duitse recht, waar de Nederlandse wetgever het nodige van kan leren. Het onderzoek eindigt dan ook met aanbevelingen om het Nederlandse recht meer in overeenstemming te brengen met de beginselen van onafhankelijkheid van politieke partijen, gelijke kansen voor politieke partijen en transparantie van partijfinanciën.