De ongekende ministeriële verantwoordelijkheid
Theorie en praktijk - 1813-1840
Velzen, Peter van
Pages: 600 pages
Shipping Weight: 850 gram
Published: 06-2005
Publisher: WLP
Language: NL
ISBN (softcover) : 9789058501288
Product Description
Sinds 1814 is de verantwoordelijkheid van ministers geregeld in de Grondwet. Voor onwettige regeringsdaden waren zij vanaf dat jaar verantwoordelijk, voor wettige regeringsdaden bleef dat de Koning. Hoewel het de bedoeling van deze zogenoemde ‘beperkte individuele ministeriële verantwoordelijkheid’ was om de positie van de koning onaantastbaar te maken, bleek de Grondwet openingen te bieden voor een veel verdergaande vorm van ministeriële verantwoordelijkheid. Die zou (zoals in Engeland) de positie van de Koning als regeringsleider uithollen. Tussen 1815 en 1829 probeerden de veel talrijkere Belgen (België was tussen 1815 en 1830 onderdeel van het Koninkrijk der Nederlanden) met een beroep op de Grondwet hun invloed te vergroten. Willem I zette daartegen een opmerkelijke strategie in: hij ontkende simpelweg iedere vorm van ministeriële verantwoordelijkheid, een opstelling waarin hij alleen kon volharden door de steun van de Noordelijke helft van de Tweede Kamer.
Peter van Velzen stelt in zijn proefschrift dat op 3 juni 2005 aan de Universiteit van Tilburg werd verdedigd dat deze opstelling de grondslag vormt voor de afscheiding van België, in 1830. De afscheiding van België in 1830 was hoofdzakelijk een gevolg van het volharden in die ontkenning door Willem I. De studie van Van Velzen geeft uitgebreid inzicht in de receptie en de ontwikkeling van de staatsrechtelijke figuur van de ministeriële verantwoordelijkheid. Zowel de voorstanders (onder meer Van Hogendorp, Constant, Van Meenen en Thorbecke) als de tegenstanders (onder meer Willem I en Van Maanen) komen uitgebreid aan de orde.
Peter van Velzen (1948) is ambtenaar bij het ministerie van Buitenlandse Zaken, hij is hoofd van de afdeling Bestuursrecht van de Directie Juridische Zaken (DJZ).